In die voor Nijmegen zo woelige jaren '80 gebeurde er ook in de letteren veel. Het Literair Café in O42 was een broedplaats voor veel opmerkelijke manifestaties en activiteiten. Ik zat daar snel middenin, we publiceerden de bloemlezing Nijmeegse inkt, mijn debuutroman De barokjager verscheen en Dekker v.d. Vegt bracht de bundel Helias achterna, Nijmegen, leve(n)de letteren uit. Margreet Janssen Reinen en Michiel van Kempen, beiden toen studenten Nederlands, nodigden schrijvers uit Nijmegen en omgeving uit een bijdrage aan hun overzichtswerk te leveren, waarna wetenschappers een profiel van de auteurs aanleverden. Tekenaar Henk van Bakel maakte van elke schrijver voor het boek een portret.

H.H. Ter Balkt opende het boek met een lang gedicht, daarna kwam eerst mijn portret en daarna mijn korte verhaal De omslag. In dit verhaal vertel ik mijn kleine avontuur in Parijs op zoek naar de afbeelding die de omslag moest sieren voor mijn debuutroman De barokjager, die op het punt stond om bij Uitgeverij De Prom te verschijnen. Onder de titel De illusionist van Lent schreef de Neerlandicus Siem Bakker een alleszins leesbaar en doorwrocht profiel van mij als jonge schrijver en een analyse van mijn eerste roman.

Het boek bevat gedichten, vertalingen en verhalen van bekende, met Nijmegen verbonden auteurs als Andreas Burnier, Frans Kusters en Victor Vroomkoning, gek genoeg geen bijdrage van de alomtegenwoordige Thomas Verbogt, en profielen gemaakt door Hans Ester, Cees van der Pluijm, Nop Maas, Ares Koopman en anderen.

Mede door de uitvoerige inleiding op 13 eeuwen letteren in Nijmegen een kostelijke uitgave van de actieve boekhandel Dekker v.d. Vegt in de stad.